ONGESTELD

Ongesteld zijn, het is maar een vreemde gewaarwording. Er komt bloed uit je kut en dat is kut. Als het alleen om het bloeden ging, had ik er niet over lopen zeiken. Bloed is eigenlijk altijd best wel stoer geweest en draagt bij aan je street credibility. Het gaat er hier vooral om wat er met dat bloeden gepaard gaat. Buikpijn (hels), vreetbuien (chocola), puisten en de hierop volgende huilbuien. Je huilt om eigenlijk alles wat tegenzit wanneer je ongesteld bent. Wanneer ikzelf de rode duivel op bezoek heb, moet ik al huilen om de kleinste dingen. Ik heb bijvoorbeeld wel eens (echt waar) gehuild om die ene WNF-reclame, waarin alle visjes in een groot net worden gevangen en ze vervolgens worden bevrijd door de zeester. Zie hier:

Tranen met tuiten. Waarom ik juist op dat moment er zo om moet huilen weet niemand. Misschien komt het door het mooie liedje. Misschien komt het omdat ik zoveel van vissen hou. Only my baarmoeder may know. Het enige voordeel aan ongesteld worden, is dat je weet dat je geen baby in je nu nog strakke buik draagt. Maar na die ene dag bloeden, is die boodschap ook wel duidelijk.

Het praten over ongesteld zijn is ook niet altijd erg stoer geweest. Wanneer je je hoofd stoot tegen de punt van de kast en er vervolgens een straal bloed uit het gat van je hoofd sijpelt, is dat stoer. Als je in een gevecht raakt met je kat genaamd Tijger, en vervolgens een enorme haal van zijn klauw in je gezicht krijgt, waardoor er enkele stralen bloed uit je gezicht spuiten, is dat stoer. Wanneer er bloed uit je kut sijpelt of spuit… Ew, niet zo stoer.

Als klein meisje word je je daar al bewust van gemaakt. Er worden je nette woorden aangeleerd om hierover te spreken, zonder je street cred kwijt te raken. Ik weet nog heel goed, toen ik elf jaar was en in het ziekenhuis lag en ik onderzocht werd door een dokter. Terwijl hij druk met zijn stethoscoop naar mijn buik aan het luisteren was, vroeg hij aan mij: ‘Ovuleer je al?’. Wat? Ovuleren? Dat is toch wat een Pokémon doet als hij naar een ander dier veranderd? Met grote ogen keek ik de man aan. Geïrriteerd vroeg hij: ‘Menstrueer je al?’. Daar had ik al helemaal nooit van gehoord. Vervolgens was mijn moeder de geïrriteerde persoon in de kamer, die heel goed begreep dat een meisje van elf jaar niet weet wat deze woorden betekenen. ‘Nee, ze is nog niet ONGESTELD’ zei ze tegen de dokter. Oh, ‘ongesteld’ was dus blijkbaar een woord dat je liever niet gebruikt.

Met mijn vriendinnetjes op de middelbare school zetten we deze gewoonte voort. Op mijn dertiende ovuleerde ik voor de allereerste keer (ongesteld dus). Even leuk om erbij te vermelden, dat mijn beste vriendin op exact dezelfde dag ook voor de allereerste keer ongesteld werd.

Supercool verhaal natuurlijk, maar niet echt een verhaal dat je vertelt aan je crush op wie je al het hele jaar verliefd bent. ‘Mijn vriendin en ik begonnen op dezelfde dag voor het eerst te vloeien…’, waarop je crush reageert: ‘Bedoel je vloeitjes? Van een sigaret? Cool!’ ‘Nee ik bedoel dat we samen voor het eerst ongesteld werden’ *crush valt flauw*. Hij zal hierna voortaan met een straal van minstens vijf meter om je heen lopen. We verzonnen dus ook codenamen voor het ongesteld zijn, zodat de leuke jongens in ieder geval nog naast je durfden te staan. ‘Oma is op bezoek’ was er eentje van. We kenden de uitspraak  ‘opoe is op bezoek’, maar dat vonden we obviously nergens op slaan, aangezien opoe naar een man lijkt te refereren. En een man heeft een piemel, en weet ob-vi-ous-ly niet ‘waar ongesteld zijn’ over gaat. Tampons noemden we tampony’s (Ken je dat raadsel? Het is rood en staat in de wei…) en maandverband had geloof ik ook een minder ranzige codenaam.

Wat ik eigenlijk wil zeggen, is dat ik het stom vind dat het toch nog steeds als een soort taboe aanvoelt om over ongesteldheid te praten. En dan vooral tegenover jongens. Want hoeveel ze ook hun best doen om het te begrijpen, vinden ze het eigenlijk allemaal maar een vreemde, onbegrijpelijke bedoeling. Eigenlijk schept het ook wel een soort band tussen vrouwen om hierover alleen met elkaar te kunnen praten. Wanneer je ’s ochtends bij het koffiezetapparaat staat op je werk kun je lekker tegen elkaar zeiken over je ongesteldheid. ‘Oh Joke, ik was vanochtend toch weer zo aan het bloeden!’, ‘Oh meid, vertel mij wat! Ik heb er deze ochtend wel minstens drie tampons doorheen gejast!’ ‘Nee dat méén je niet! Wat hebben we het toch zwaar hè als vrouwen, laten we ons in de pauze ongegeneerd volstoppen met m&m’s!’. Toch zou ik het liefst zien dat je er met mannen ook gewoon over kunt praten, zodat ik weer extra mensen in mijn omgeving heb waar ik tegen kan zeuren over mijn poenie als ik m’n oma op bezoek heb.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *