Een engel

Ik heb één keer in mijn leven een engel ontmoet. En ik zal haar nooit meer vergeten.

Op de avond dat ik haar ontmoette droeg ze een los jurkje met panterprint en had ze geblondeerd haar met een beetje uitgroei. Ik kwam haar tegen in een kroeg in Montenegro. Een vriendin en ik hadden hier een paar nachten geboekt in een hostel dat bekend stond om de wilde nachten en feestjes die daar werden gehouden. Die avond vond de kroegentocht van het hostel plaats. Net als elke andere avond.

Onze eerste ontmoeting was niet perfect. Verre van perfect, zelfs. Vooral zij schaamde zich er achteraf voor. ‘Sorry I have a bad drunk’, had ze later gezegd in een vet Canadees accent, wat in mijn oren eerder als Amerikaans klonk. Die avond stond ze te dansen naast de bar in de eerste kroeg die we binnenkwamen. Ze was uitbundig aan het bewegen en ik wilde iets tegen haar zeggen in de trant van: ‘Are you having fun?’. Ik kreeg een beetje een kortaf antwoord, maar ik hield voet bij stuk. ‘Can I dance next to you?’, vroeg ik. Het zag eruit alsof alleen de coole mensen daar naast die bar stonden en ik wilde niets liever dan daarbij horen. ‘Only if you’re a lesbian’, beet ze me toe. En dat was ik niet. Ik ging met hangende pootjes weer terug naar de dansvloer. Dit was ons eerste gesprek.

De volgende dag zouden we met het hostel meegaan op een bootje. Met een droge mond van de alcohol en knallende koppijn trok ik mijn bikini aan. Ik had verwacht dat we rustig kabbelend over het water de natuur zouden ontdekken. Maar ik was even vergeten dat we in een feesthostel zaten. De boot was namelijk een speedboot. En er was keiharde muziek, blikken bier en de kapitein had een tamboerijn en sambaballen bij zich. Toen we op de speedboot stapten, zag ik dat zij ook op de boot meeging. Zij zat achter, ik zat voor. We spraken niet met elkaar.

Terwijl we door het water raceten en bier dronken, dacht ik nauwelijks meer aan het voorval van de avond ervoor. Totdat we allebei in het water sprongen om een stukje te zwemmen. Ze leek me eigenlijk veel aardiger dan ik dacht. Alleen ik voelde me nog steeds een beetje op m’n teentjes getrapt, dus ik wilde niet het gesprek beginnen. We zwommen samen met een paar anderen tegen de harde stroom een grot in. Het water was prachtig en had een diepheldere donkerblauwe kleur. We bleven hier totdat onze benen moe waren en zwommen samen terug naar de boot. Toen ik ná haar de boot instapte, zei ik lacherig tegen haar: ‘Am I allowed on the boat if I’m not a lesbian?’. Ze begreep eerst niet wat ik zei. Maar toen het kwartje viel, trok ze een geschrokken gezicht en sloeg ze haar handen voor haar mond. ‘Oh my god! Sorry!’ kraamde ze uit. Ze herinnerde zich plotseling alles weer, lachte en greep mijn arm om me de boot in de helpen. We kletsen een beetje en ze vertelde me dat ze Larissa heette.

’s Avonds was het wederom tijd voor een kroegentocht. Ik had die dag zó ontzettend genoten op de boot, dat ik me afvroeg of ik het aankon om opnieuw in de feeststemming te komen. Ik was zo intens gelukkig, dat het me overweldigde. Maar het was onze laatste avond en we hadden daar immers zulke goeie vrienden gemaakt, dat ik simpelweg wel mee moest. Toen we aankwamen, was iedereen van het hostel al bezig met drankspelletjes. Ik probeerde mee te doen, maar kon het plezier er niet echt in vinden. Zou dit nou echt leuker worden dan wat we vandaag op die boot hadden meegemaakt? Ik besloot te gaan zitten en mijn blik lauwe bier naar binnen te werken. Het bier smaakte me niet.

Ik had geen zin om te praten. Ik had geen zin om spelletjes te spelen. En ik had geen zin om bier te drinken. Ik moest alle prikkels van deze ongelofelijke dag eerst nog verwerken. En daar stond ik dan, te doen alsof ik een onuitputtelijke bron van energie en gezelligheid was. Ondanks dat ik eerder op de dag nog had geprobeerd te mediteren, was mijn hoofd overvol. Ik wilde het liefste teruggaan naar mijn kamer en slapen. Maar ik kon toch niet zomaar weggaan? Dit was onze laatste avond.  

Ik besloot mijn biertje even neer te zetten en ergens op adem te komen. De harde muziek en de feestende mensen werden me teveel. Ik liep de trap op naar het gebouw en zocht een toilethokje op waar ik zogenaamd kon gaan plassen. Maar eigenlijk wilde ik gewoon rust. Alsof die tien minuutjes op de wc alles goed zouden maken. Alleen kon ik nergens een wc vinden die vrij was.

Ik liep verward terug en bleef even staan bovenaan de trap. Daar zag ik van bovenaf alle gezellige, blije mensen feest vieren. Het verbaasde me dat anderen zó veel plezier kunnen hebben, terwijl jij het gevoel hebt dat je wereld op z’n kop staat. Mijn hoofd begon te tollen. Ik greep de zijkant van de trap wat steviger vast. Ik kreeg tranen in mijn ogen, maar slikte deze weg. Het was op dit punt echt niet leuk meer. En ik besloot weg te gaan.

Maar plotseling stond ze naast me. En ik begreep niet waar ze vandaan kwam. ‘Girl, are you okay?’, vroeg Larissa. En dan niet op zo’n manier waarop ze verwachtte dat ik wel zou zeggen ‘ja, gaat goed’. Haar woorden doorboorden mijn ziel. Ik stamelde een beetje en wist niet goed wat ik moest zeggen. Maar dit was genoeg voor haar. Ze greep me vast en sleurde me haar kamer in. Ze zette me neer op haar bed, gaf me een zak snoep en een fles wijn en zei ‘take as long as you need’. En ze was weg.

Ik kon even rustig gaan liggen met mijn ogen dicht en alles over me heen laten komen. Ik huilde. En daarna huilde ik nog meer. En na duizend tranen, waren de tranen op. Ik opende de zak met snoepjes. Het waren zure wormen, waarvan je kaken samentrekken als je erop kauwt. Ik at er een paar en de zure smaak van de snoepjes spoelde ik weg met kleine slokjes warme rode wijn.

Nadat de ruis uit mijn hoofd verdwenen was, kwam Larissa de kamer binnen. Alsof ze weer precies aanvoelde wanneer ze terug kon komen. Ze ging naast me zitten en we begonnen te praten. Maar nu hadden we voor het eerst écht een gesprek. Zij had al van jongs af aan last van depressies. En ik van angst. We bespraken hoe heftig het leven op die manier soms kan zijn, zelfs als alles om je heen eigenlijk fantastisch hoort te zijn. Haar leven was een grote achtbaan. Maar het enige wat haar echt gelukkig maakte, was reizen. En daarom deed ze dat ook. Maanden lang.

Diezelfde avond heb ik Larissa nog een paar keer gezien tijdens de kroegentocht. Ik ben dus tóch meegegaan, omdat ik na ons gesprek niet meer het gevoel had te hoeven doen alsof. Er speelde een live bandje en de sfeer was ontspannen. Larissa stond weer ergens uit haar bol te gaan met een nieuwe fles wijn in haar hand. En ik zat rustig op een stoel te luisteren naar de muziek. Langzaam nipte ik aan mijn biertje en liet ik deze prachtige dag over me heen komen.